Houtwallen en -singels

 Kerkepad panorama

Lange termijn visie op houtsingels en houtwallen

Houtsingels
De houtsingels zijn grotendeels in de ruilverkaveling aangelegd. het kwam nogal eens voor dat de nieuwe houtsingel direct naast de bestaande oudere houtwal werd aangeplant. Deze nieuwe houtsingels waren 'de compensatie' voor het verdwijnen van houtwallen, bosjes en vennetjes en andere landschapselementen in de ruilverkaveling. De laatste veertig jaar hebben de houtsingels zich vrij eentonig en uniform ontwikkeld. Door de inmiddels hoge en dichte bovenbegroeiing komt er weinig zonlicht meer op de bodem en ziet men op sommige plekken een holle en dode doorkijk. Het beheer is erop gericht om meer variatie en licht in de houtsingels te krijgen. Door bepaalde 'vakken' te dunnen, meer open te maken door het zagen van een zogenaamde halve maan en door nieuwe aanplant ontstaat een meer gevarieerde begroeiing. Een halve maan moet op het zuiden liggen om zodoende voldoende zonlicht te krijgen. Het worden de warmere plekjes waar jonge begroeiing weer snel uitloopt. Dat is gunstig voor andere flora en fauna. In de wat bredere singels ontstaat een nieuw 'microklimaat'. Diverse insecten-, vlinder- en vogelsoorten hebben daar baat bij. Ook schuilgelegenheid en voedsel voor vogelsoorten en voor bijvoorbeeld het konijn of de ree worden hierdoor verbeterd.

Halve maan Zeijerwiek 2022

Halve maan voor biodiversiteit


In bepaalde delen worden omgewaaide bomen met rust gelaten. Ook daar ontstaan nieuwe levensvormen, want 'dood hout leeft'.
Eeuwenoude bomen, waaronder eik en beuk zijn in ons landschap zeer zeldzaam. Enkele bomen rond ons dorp zijn inmiddels meer dan een eeuw oud en enkele anderen zijn kansrijk om die leeftijd te gaan halen. Zij krijgen de ruimte en zijn vanuit de beleving en educatie zichtbaar gemaakt. Ooit zal Zeijen wellicht een 'heilige' eik hebben van 400 à 500 jaar oud.

Houtwallen
Houtwallen waren een eeuw geleden vooral aangelegd in beekdalen als veeraster. Sommige wallen werden daarna tientallen jaren niet meer gesnoeid of gekapt waardoor er ook de nodige 'oude houtwallen' bewaard zijn gebleven. Sommige wallen werden in de ruilverkaveling Vries eind zestiger jaren van de vorige eeuw geruimd voor kavelvergroting. In diverse omgevingsplannen heeft de stichting enkele beschadigde houtwallichamen samen met de landeigenaren weten te herstellen. Waar mogelijk kunnen de komende jaren in bepaalde gebieden de verdwenen houtwallen weer worden aangelegd zodat het patroon van voor 1960 deels hersteld wordt.

A uitgesleten wal 1B P1020367

De bosranden; biodiversiteit en natuurbeleving vergroten

Bosranden zijn van belang voor allerlei soorten vlinders en andere insecten, vooral indien de ligging op het zuiden is. Ook kleine zangvogels, amfibieën en reptielen maken gebruik van bosranden. Het is belangrijk dat er verschillende soorten, bloeiende struiken in de bosrand voorkomen en dat er een geleidelijke overgang is. Indien er, uiteindelijk, voldoende grote open plekken in het bos voorkomen fungeren deze randen als natuurlijke bosranden. Een aantal soorten zijn meer op het naastgelegen open terrein georiënteerd zoals de Zeijerwiek en het Veldakkersveen maar hebben de bosrand nodig voor een deel van hun activiteiten of levenscyclus. Bosranden moeten voor een goede functievervulling een geleidelijke overgang zijn van het opgaande bos naar de open terreinen, variërend in breedte, begroeiing en expositie. Bij landgoed Zeijen is een begin gemaakt met het aanpassen van de harde grenzen van de bosranden. In overleg is het beheer gericht op het pleksgewijs creëren van geleidelijke overgangen zoals tegen het Veldakkersveen, langs het weideland en enkele meer ´aangelegde´open ruimten in het nieuwe bos. Hier liggen grote kansen voor ontwikkelen microklimaat in het bos en een hoge ecologische meerwaarde. Daarnaast wordt ook de belevingswaarde voor de mens vergroot want de randen worden mooier, gevarieerder en spannender.
De praktijk leert dat afgezette jonge bomen snel uitlopen met nieuwe scheuten en dat ook andere soorten ter plekke ruimte krijgen, hetgeen de diversiteit versterkt. De opnieuw uitgelopen stobben zijn na 2 a 3 jaar vaak ruim boven de 1,5 meter hoog. In de communicatie is belangrijk te noemen dat juist het afzetten leidt tot bosverjonging en niet 'het verdwijnen' van bomen of bos.

Bij de visievorming, planning en uitvoering van bovengenoemde wordt nauw samengewerkt met het Staatsbosbeheer, Landschapsbeheer Drenthe en de gemeenten Assen en Tynaarlo.

IMG_7329

 



Terug